Kwaliteit en zorg

Kwaliteit en zorg


Op de Al-Qoeba werken we volgens de PDCA-cirkel van Deming. De werkwijze van de zorgcyclus is cyclisch en handelingsgericht (HGW). 4x per schooljaar, elke 10 weken vindt er een groepsbespreking met daarop volgend een leerlingbespreking plaats.

Groepsbespreking

Aan de hand van de checklist voor een groepsbespreking bereidt de leerkracht de groepsbespreking voor. Het doel van deze checklist is het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht.


De volgende punten komen hierbij aan de orde:

  • De organisatie, sfeer en communicatie

Hierbij evalueert de leerkracht hoe het gaat betreffende het klassenmanagment, samenwerking met      leerlingen en gesprekken met ouders.

  • De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben

De leerkracht bekijkt of er leerlingen zijn die extra begeleiding nodig hebben. Deze leerlingen worden tijdens de leerlingbespreking besproken.

  • De leerlingen waarvan de onderwijsbehoeften nader besproken dienen te worden

Ook hierbij gaat de leerkracht na voor welke leerlingen er overleg nodig is met de intern begeleider, ambulant begeleider en/of het MDO.

  • De clustering van leerlingen

De leerkracht gaat na of er vragen zijn of begeleidingsbehoeften met betrekking tot clustering van leerlingen.

  • Het opstellen van het groepsplan

De leerkracht gaat na of er vragen zijn met betrekking tot doelen en het onderwijsaanbod voor de hele groep, subgroepen of individuele leerlingen.

  • Het realiseren van het groepsplan

De leerkracht stelt zich voor hoe het groepsplan er in de praktijk uit zal zien zoals het is opgesteld. Wanneer er nog vragen zijn, kan dit besproken worden met de intern begeleider of collega’s.


Aan de hand van het didactisch groepsoverzicht waar de resultaten, observaties en onderwijsbehoeften in staan, de evaluatie van de methodetoetsen, de CITO toetsen en de evaluatie van het groepsplan, wordt de voortgang van de groep besproken. Doelen die niet zijn behaald worden meegenomen naar de volgende periode als onderhoudsdoelen. Ook de onderwijsbehoefte op groepsniveau wordt besproken. Wat heeft deze groep leerlingen nodig?


Individuele leerlingbespreking

Leerlingen die extra zorg behoeven en/of waarbij de leerkracht hulpvragen heeft, worden tijdens de leerlingbespreking besproken.


De volgende gesprekspunten komen aan de orde:

  • Begeleidingsvraag of werkprobleem van de leerkracht?
  • Wat is al gedaan en met welk resultaat?
  • Onderwijsbehoeften van de leerling
  • Wat gaat er goed?
  • Groepsplan, individueel handelingsplan
  • Begeleidingsbehoeften van de leerkracht
  • Aanmelding externe begeleiding of zorg Verwijzing naar een andere school
  • Afstemming met ouders
  • Afspraken en planning vervolgstappen


Er wordt gekeken naar wat de leerling nodig heeft en wat de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht is. Er wordt gekeken wat de onderliggende factoren kunnen zijn en wat de diagnose kan zijn. Tijdens deze bespreking worden er o.a. afspraken gemaakt mb.t. de vervolgstappen. De bespreking blijft cyclisch actief tot de leerling geen zorgleerling meer is. Ook is dit het moment van de evaluatie van het individuele handelingsplan. Gedijt de leerling met de huidige aanpak en interventies? Is de leerkracht in staat om de leerling te voorzien van zijn/haar onderwijsbehoeften? Positieve aspecten van de leerling worden tevens benut bij de vervolgstappen.


Individueel handelingsplan

Tijdens de groepsbespreking met de intern begeleider wordt de leerling gesignaleerd. Wanneer de leerling structureel niet gedijt met de aangeboden lesstof van de huidige groep, wordt er een individueel handelingsplan opgesteld. Dit plan duurt zes tot acht weken. Na deze periode is er een periode van twee weken voor tussenevaluatie met de leerkracht , intern begeleider, ouders en de leerling. Bij het voortzetten van een handelingsplan zal de leerling weer gedurende zes tot acht weken een individuele aanpak krijgen.


Leerlingvolgsysteem en Digitale leerlingdossier


Het leerlingvolgsysteem is een programma dat de leerkrachten inzicht geeft in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau. De leerkracht voert toetsresultaten in van methodetoetsen en methodeonafhankelijke toetsen.


Maar het gaat niet alleen om studieresultaten, ook informatie over de sociaal-emotionele ontwikkeling komt erin te staan. Alle overzichten, plannen en notities worden toegevoegd. Het leerlingdossier bevat persoonsgegevens, die vallen onder de Algemene Wet Gegevensbescherming (AVG, 2018).


Rapporten


In de groepen 1 en 2 krijgen de ouders 2x per jaar een KIJK-rapport. Vanaf de groepen 3 krijgen de ouders 3x per jaar een rapport van hun kind.


Rapporten groepen 1 en 2

KIJK! gaat uit van 17 ontwikkelingslijnen. Door het observeren en registreren van de 17 ontwikkelingslijnen, stel je vast óf een kind zich ontwikkelt en of de ontwikkeling gelijk loopt met de ontwikkeling van zijn of haar leeftijdsgenoten. Het is normaal dat het ontwikkelingsbeeld van een kind zich bevindt in de marge van plus of min een half jaar ten opzichte van zijn of haar leeftijdsgenoten.

 

KIJK! geeft ons als leerkrachten en u als ouder/verzorger zicht op welke ontwikkelingslijnen extra aandacht nodig hebben en op welke ontwikkelingslijnen het kind meer uitdaging aankan.

 

Tijdens de rapportbespreking zal de leerkracht het rapport van uw kind graag met u bespreken en verder toelichten.


Rapport groepen 3 tot en met 8

Vanaf groep 3 krijgen leerlinge 3x per jaar een rapport. De meeste vakken worden beoordeeld met een G(oed), R(uim) V(oldoende), V(oldoende), M(atig) of O(nvoldoende). Voor een aantal vakken krijgt de leerling een cijfer (van 1 tot en met 10, waarbij een 10 zeer goed is). De scores van de Cito-toetsen worden weergegeven met een Romeins cijfer. Een I is ruim boven het landelijk gemiddelde, een II is boven het landelijk gemiddelde, een III is gelijk aan het landelijk gemiddelde, een IV is onder het landelijk gemiddelde en een V is ruim onder het landelijk gemiddelde. Bij het eerste en tweede rapport is er een gesprek met de ouders/verzorgers. Het derde rapport wordt einde van het schooljaar aan de leerling meegegeven. 


Inspectie


De basisschoolperiode is een heel belangrijke en bepalende periode in het leven van een kind. Omdat we met elkaar vinden dat alle kinderen recht hebben op goed onderwijs, heeft de overheid de taak de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en te stimuleren. De Inspectie van het Onderwijs kijkt jaarlijks naar elke school. Op basis van deze jaarlijkse prestatieanalyse en eventueel verder onderzoek wordt bepaald of er nader toezicht nodig is en hoe dit er vervolgens uit zal zien.


Op maandag 23 oktober 2017 heeft de Onderwijsinspectie de Al-Qoeba voor het laatst bezocht. Ze hebben vrijwel alle groepen bezocht en hebben daar stukjes van de lessen bijgewoond. Ook hebben ze gekeken naar de inrichting van de klassen en het lesmateriaal. Ze hebben gesprekken gevoerd met een deel van het personeel, de ouders en de leerlingen. Tenslotte hebben ze een gesprek gehad met de directeur en intern begeleider van de school. Twee weken daarvoor is de As-Soeffahschool in Amsterdam bezocht. Beide scholen zijn op alle onderzochte punten voldoende bevonden. Alhamdoeliellah.


De Onderwijsinspectie vindt dat de Al-Qoeba goed bezig is met het verder ontwikkelen van de school. Ze hebben waardevolle tips en aanbevelingen gegeven waardoor we de school nog beter kunnen maken inshaAllah.


Passend onderwijs


Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband SPPOH (Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden). Samen met alle basisscholen en scholen voor speciaal (basis-)onderwijs in de gemeenten Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg  zorgen we ervoor dat er voor elk kind een passende onderwijsplek beschikbaar is.


Op de website van het samenwerkingsverband  (www.sppoh.nl) staat aangegeven welke scholen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband.


Ondersteuning binnen de basisschool

Het is ons streven om kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We denken daarbij vanuit de mogelijkheden van onze leerlingen en helpen hen zo goed mogelijk die mogelijkheden te benutten.  Die hulp bij het leren noemen we ‘ondersteuning’.

Soms signaleren de leerkracht of de ouders dat de ontwikkeling van een kind niet helemaal naar verwachting verloopt.  In zo’n situatie willen we graag met de ouders overleggen. De leerkracht kan daarbij de hulp inroepen van de intern begeleider.


Basisondersteuning

Onze school heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld. In dit schoolondersteuningsprofiel staat  beschreven wat onze school op het gebied van ondersteuning kan bieden.  Alle scholen binnen het samenwerkingsverband SPPOH hebben via hun besturen afspraken gemaakt over  het niveau van de basisondersteuning in de scholen.  Iedere school binnen SPPOH biedt deze basisondersteuning. 


Dat houdt in dat onze school haar basiskwaliteit op orde heeft, het dagelijks handelen altijd op de leerling afstemt (handelingsgericht werken), een interne ondersteuningsstructuur heeft en een behoorlijk aantal  preventieve en licht curatieve interventies kan uitvoeren.


Extra ondersteuning

Voor sommige leerlingen is meer nodig dan basisondersteuning. Dat noemen we extra ondersteuning.  Ook onze school biedt extra ondersteuning.  Wij bieden Remedial Teaching aan voor de kernvakken rekenen en taal.


Met de andere scholen binnen het samenwerkingsverband SPPOH zorgen we ervoor dat voor ieder kind de juiste extra ondersteuning beschikbaar is. Dat kan door ambulante begeleiding bij ons op school (een arrangement) of (tijdelijke) plaatsing op een andere school.  Aan de inzet van extra ondersteuning gaat altijd uitgebreid overleg vooraf met de ouders en de betrokken deskundigen. We zoeken daarbij ook zoveel mogelijk de samenwerking met het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG) in ons werkgebied. 


Belangrijk is te weten dat onze school gaat voor goed onderwijs. Wij streven er naar om altijd in overleg met de ouders van onze leerlingen goed onderwijs en (indien nodig)  optimale ondersteuning te bieden.  Wanneer het, ondanks alle inspanningen, toch niet lukt om tot een gezamenlijk plan voor de leerling te komen, kunt u ons altijd vragen contact op te nemen met het samenwerkingsverband SPPOH.  Samen met de adviseur van SPPOH kan dan besproken worden hoe toch een bij de leerling passend plan kan worden gemaakt.


Het signaleren van leer- en gedragsproblemen


Wij proberen zo optimaal mogelijk zorg en hulp te bieden aan leerlingen die het moeilijk hebben in hun leerproces. Om tijdig te kunnen helpen, volgen we de ontwikkeling van elk kind. Wij maken gebruik van het leerlingvolgsysteem. Hiermee beginnen wij al

vanaf groep 1. Het systeem bestaat uit observatieformulieren en uitslagen van Cito-toetsen voor taal, lezen en rekenen.


Hoe we te werk gaan:

  • In de toetskalender staat wanneer, voor welk kind, bepaalde observaties en Cito-toetsing plaatsvindt. De toetskalender ligt ter inzage op school.
  • De observatie- en toetsgegevens, maar ook informatie van de groepsleerkrachten, komen ter sprake in de leerlingenbespreking.
  • Leerkrachten schrijven handelingsplannen en voeren deze (eventueel met hulp van de tutor) uit.  Dit betekent extra hulp en uitleg aan individuele leerlingen. Ouders/verzorgers dienen op de hoogte te zijn van deze handelingsplannen en ze te ondertekenen.
  • Bij de extra begeleiding van teamleden op schoolniveau is de betreffende intern begeleider en de ambulante begeleider (adviseur van buiten de school) betrokken.
  • Wanneer alle maatregelen binnen de school niet tot het gewenste resultaat leiden, kunnen wij voor individuele leerlingen extern onderzoek en advies inwinnnen. Ook in dit geval worden de ouders/verzorgers eerst om toestemming gevraagd.


MDO


Vijf keer per schooljaar is er een MultiDisciplinair Overleg (MDO). Als de basisschool en de ouders samen tot de conclusie komen dat er meer ondersteuning nodig is dan de school kan bieden, brengt de school een leerling in. Dat doet de school altijd met toestemming van de ouder(s)/verzorger(s). In zo'n overleg gaan ouders, de leerkracht, de intern begeleider en de directeur in gesprek met één of meer externe deskundigen, zoals de schoolmaatschappelijk werker, een hulpverlener van Jeugdzorg, een kinderpsycholoog en/of een jeugdarts.


In het MDO wordt gezamenlijk besproken wat de onderwijs- en de opvoedbehoeften zijn van de leerling: wat heeft deze leerling nodig om met plezier te leren? Ook wordt bepaald wat de ondersteuningsbehoeften zijn van de leerkracht en van de ouders: wat hebben zij nodig om dit kind te bieden wat hij/zij nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen?